
Het prentenboek, waarin kinderen van Tarama leren over de geschiedenis van het schip Van Bosse. Beeld Anoma van der Veere.
Niet ver van de kust van het Japanse eilandje Tarama verging in 1857 een Nederlands schip. De locatie, het ‘Hollands Rif’, is inmiddels aangewezen als gemeentelijk monument. Een prentenboek vertelt de lokale kinderen over deze bijzondere geschiedenis.
Anoma van der Veere, 11 januari 2024
“Als je goed kijkt, zie je ze overal liggen”, vertelt José Schreurs, terwijl ze fragmenten porselein uit het witte zand tilt. Niet ver van de kust van Tarama, een van de zuidelijkste eilanden van Japan, is in 1857 een Nederlands schip vergaan. “Dit zijn de restanten van de vracht. Honderden, misschien wel duizenden stukjes aardewerk liggen hier verspreid”, vervolgt Schreurs. Samen met Japanse onderzoekers en de lokale gemeente werkt ze in dit afgelegen gebied om een stukje Nederlands-Japanse geschiedenis te bewaren.
Gedeelde geschiedenis
Het kleine eiland Tarama, omringd door een azuurblauwe zee, is slechts enkele kilometers in doorsnee. Toch lag het eeuwenlang aan een belangrijke doorvaarroute. “We liggen tussen grote eilanden waar we handel mee dreven”, vertelt Kaoru Momohara. Zij werkt bij de gemeente en is verantwoordelijk voor het waarborgen van de lokale cultuur in het onderwijs. “Maar voordat dit project begon, had ik geen idee dat we zelfs met het verre Nederland een gedeelde geschiedenis hebben.”
Het schip, de Van Bosse, was in 1857 onderweg van Singapore naar Shanghai toen het met zijn 27 bemanningsleden van koers raakte door een zware storm. Voor de kust van Tarama zonk de boot. Met twee reddingssloepen wisten de Nederlanders zich te redden. “De boot zelf hebben we niet kunnen vinden, maar wel het anker, fragmenten van de vracht, en een kist die op 28 meter diepte ligt”, vertelt Schreurs. “De lading bestond vooral uit thee, dus die is helaas volledig verloren gegaan.”
In 2016 gingen Nederlandse duikers op zoek naar het schip, zonder resultaat. “Het kan zijn dat het schip veel verder ligt of dat het met de stroming is meegesleurd”, verklaart Schreurs. Toch ligt de kust van Tarama vol aangespoelde wrakstukken en fragmenten van aardewerk. De locatie, het ‘Hollands Rif’, is inmiddels een gemeentelijk monument. “Je mag dus niet zomaar de stukken porselein mee naar huis nemen”, zegt Momohara, terwijl ze met de afgebroken bodem van een potje speelt.
De zoektocht leverde toch wat op: eenmaal terug op het eiland hoorden de Nederlanders dat onder de eilandbewoners nog verhalen rondgingen over het schip en zijn bemanning. “In 2019 kwam ik daarom hiernaartoe om te kijken of we deze verhalen konden bewaren”, legt Schreurs uit. Momohara voegt toe: “Voor ons is het belangrijk om deze geschiedenis op te tekenen. Zo kunnen we aan de kinderen vertellen dat wij de Nederlanders hebben opgevangen, gevoed en gekleed. Dat zijn waarden die we willen doorgeven aan de nieuwe generatie.”
Verdwijnende verhalen
Nog geen kwartier rijden van het strand ligt de lokale basisschool. Deze telt slechts 65 leerlingen, en op de kleuterschool om de hoek zitten nog slechts 11 kinderen. “We hebben maar duizend inwoners”, vertelt Momohara. “De bevolking krimpt snel. Daarom is het belangrijk om nu de geschiedenis vast te leggen.”

“Daarom hebben we haast met het optekenen van de lokale verhalen over de Van Bosse”, vertelt Schreurs. Ze laat op haar telefoon een foto zien van een oude man in een rolstoel. “Deze man was in 2019 nog gezellig aan het kletsen en kon hele verhalen oprakelen. Inmiddels kan hij niet veel meer zeggen.” In totaal interviewde het onderzoeksteam tientallen inwoners.
Om het verhaal van de aangespoelde Nederlanders over te brengen, heeft Schreurs nu samen met haar projectpartners een prentenboek gemaakt, Het raadsel van het Hollands Rif. Dat vertelt het verhaal van een kleine jongen, Yuma, die porseleinen scherven op het strand verzamelt. Van zijn oudere familieleden hoort hij vervolgens het verhaal over de gezonken boot.
Geef een reactie