Press ESC to close

Anoma van der VeereAnoma van der Veere onderzoek & journalistiek

Vandaag is de ultieme dag voor bezoek aan Kyoto, toch is er bijna niemand

Twee vrouwen lopen in kimono door Kyoto. Beeld: Anoma van der Veere.

Het is een warme herfstdag in Kyoto en in het natuurrijke Arashiyama-district zijn de bladeren rood aan het verkleuren. Het land viert vandaag een feestdag ter waardering van de Japanse cultuur. Voor bezoekers is er normaal geen betere plek om het te vieren dan in Kyoto, het centrum van de Japanse cultuur.

Toch is het niet druk, alleen bij de populaire restaurants en winkels staan rijen. Bezoekersaantallen lijken weer langzaam op te lopen, maar in het straatbeeld ontbreken de hordes aan toeristen die tot voor de coronapandemie nog massaal de stad bezochten. Toen die uitbrak, legde de Japanse overheid strikte reisrestricties op: buitenlandse toeristen mochten het land niet meer in.

De economie van Kyoto staat daardoor inmiddels op instorten. Niet alleen de buitenlandse reizigers zijn plotseling weggevallen, ook de binnenlandse vakantiegangers reizen niet. “Japanners zijn huiverig”, zegt hoofdmonnik Shusei Ogawa van de boeddhistische tempel Tenryu-ji. “Als je om je heen kijkt, zie je dat iedereen maskers draagt en afstand houdt. In Japan zijn we niet als de Europeanen, die samen komen om te feesten en bier te drinken zodra het kan. Japanners zijn voorzichtiger, ze komen maar langzaam weer terug.”

Shusei Ogawa, hoofdmonnik van de Tenryū-ji-tempel. Beeld: Anoma van der Veere.

In de stad Kyoto wonen ongeveer 1,5 miljoen mensen, in de gelijknamige prefectuur (een bestuurslaag verglijkbaar met een provincie) rond de 2,5 miljoen. De stad én de provincie zijn echte toeristentrekpleisters. In 2019 kwamen er meer dan 88 miljoen toeristen. De stad telt rond de 50.000 hotelkamers, een aantal dat tot voor kort te weinig leek om de toestroom aan te kunnen. Die kamers worden nu amper bezet.

Op het begin van de coronapandemie leek het alsof Japan was afgesloten van de wereld, vertelt Ogawa. De grenzen waren dichtgetimmerd. Inwoners met verblijfsvergunningen waren gestrand, ver van hun huizen, banen en families. Uitwisselingsstudenten met een visum mochten niet meer het land in, en voor een korte tijd konden zelfs Japanners amper het land in en uit.

Bijna twee jaar na het uitbreken van de coronacrisis is het nog steeds moeilijk om het land in te komen, maar in de laatste weken mogen onderzoekers, studenten, en zakenlui met een visum geleidelijk weer binnenkomen. Nu de verkiezingen voorbij zijn en Japan weinig besmettingen telt, is de verwachting dat de overheid de grenzen stapsgewijs gaat openen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *